Tekst pachtakten 'Goed het Eijkelkamp'

Onderstaand zijn de teksten opgenomen van 2 pachtaktes die voor het Eykelkamp zijn uitgeschreven tussen de eigenaren van kasteel Het Medler (van Dorth) en de bewoners van het Eykelkamp. Tevens is een taxatie uit 1761 opgenomen, dat onderdeel uitmaakt van een volledige taxatie van het Medler in verband met erfkwesties.

De eerste tekst is van de pachtakte voor 'Goed het Eijkelkamp uit 1755'. De akte is opgesteld uit naam van Judith Baronesse van Dorth voor Hendrick Wanninckhage en zijn vrouw Griete. Dit is het moment dat mijn voorouders op de boerderij komen wonen waaraan wij onze familienaam hebben te danken.

De tweede tekst is een verlenging van de pacht van 20 juli 1804. De akte is opgesteld uit naam van R.E. van Dorth voor de Weduwe van Gerrit Eykelkamp.

De taxatie is waarde inschatting van het Erve Eijkelkamp dat in 1761 is opgesteld in verband met een erfkwestie binnen de familie van Dorth.

Pachtakte 1755. Bron: Rijksarchief Arnhem, Familie archief van Dorth tot Medler inv. no. 413.

Tekst:

Pachtakte 1755

Op huyden dato ondergeschreven heeft hooghwelgeboren vrouw Judith Maria Ignatia weduwe Baronesse van Dorth geboren Baronesse van Dorth in haar qualiteit verpaght gelijck haar hooghWGB:verpaght kraght deses het erve ende goed het Eijkelkamp genaemd in de boerschap Mossel bij het Medde-ler in sijn voor en palinge kennelick gelegen aen Hendrick Wanninckhage en desselfs huijvrouw Griete soo en als hetselve laatstelieke bij Goosen Eijkelkamp in gebruijck geweest is die hetselve oock in paght sijn aennemende en sulz voor den tijdt van ses aghterenvolgende jaren dogh men de drij jaren den enen den anderen ter behoorlieker tijdt op te mogen seggen beginnende met petri 1700 vijfenvijftigh en eijndigende met petri 1761 op conditien als volght. Dat paghteren sullen geven voor huijs, hof, en weijdeland vijftigh gulden jaarlijks welke 50 gl pagh-teren op martini, of kersmis ten alderlanghsten sullen moeten betalen en daerenboven doen ses wagendiensten welke wagendiensten op aenseggen van vrouw verpaghterste of haar HWSB: order sal moeten doen, of voor jeder wagendienst betalen een daalder, drij voedertorf int veen maken en droogh maken en in de schuijr brengen de vrouw helpen wassen en opwassen het bier draf en takken halen en brengen so dickswils als der word gebrouwen het aeft datter wast sal half en half gedeelt worden de ordinare verpondingen blijft er tot paghters luste de extr: verpondingen so tot eijgenaers luste word uijtgeslagen sullen paghteren betalen en aen heere paght storten het weecke holt sullen paghteren genieten als van alts, maer het eijken heggeholt als oock het weecke holt soo in die heggen staat sal den paghter sigh niet bekrodigen, en hetselve wel bewaren dat daar geen schade aen geschiet op poene van dubbelde vergoedinge. Paghter sal niet mogen plaggen of hoeden met vehe om het bouwland, of heggen bij verlies van paght en mestreght. Paghter sal verplight sijn de wallen, en toghtgraven op te vrughten, en te graven, en wel te versien, en schouwbaar holden. Als de beke moet geruijmt worden en gegraven sal paghter moeten helpen tot dat het gedaan is en schouwbaar verklaart word. Bij vertreck sal paghter geen minder als vierjarigh hout daervan houwen, en verplight sijn alle tuijnen wallen, en gevrughten in goede staat te leveren, het huijs, schoppen, bergen, en vordeersalle getimmer sullen paghteren in goede staat onderhouwden, en bij afbreek leveren, te weeten dack, glass, en wantdight. Paghteren sullen van het bouwland geven de lighte garve, te weeten van ses twe, boven en behalver de thiende. Welke thiende der paghter moeten op het Meddeler brengen en wegh vlijen, daer het hem sal worden aengewesen. Het gedorste saad sal paghter brengen daar het hem geordonneerd word. Paghter sal gehouden sijn op sijn eijgen koft en dranck hier op het huijs de thiende soo van sijn gepaghte erve gekomen is helpen dorsen, en daar oock na leveren als van outs. Bij vertreck sal den paghter de garve met de thiende op de plaats laten, en evenwel geen mestreght hebben te protenderen, nogh geen mest van de plaats mogen verbrengen, gelijck hij geduijrende sijne paghtjaren oock niet sol mogen doen, op ander land als onder de plaats hoord.

Paghter sal geen bouwland leegh laten liggen of tot ander gebruijck nemen op poene van dubbelde ver-goedinge, en de weijlanden niet anders mogen gebruijcken, als om te weijden, en te hoijen. Tot naarkominge vant geene voorschreven verbin-den Paghteren soo wel als vrouw verpaghterste alle hare goederen, soo gerede als ongerede hebbende en toekomende deselve onderwerpende die indicatrize van allen Heeren Hoven, Righteren en gerighten, en inspecie die judicature van den weledele hove van Gelderland, met renuitiatie van alle, en jegelicke excestier, beneficien, en privilegien reghters desen enighsints ter contrasie S.A.L in oiriande der waerheijd sijn hiervan twe alleensluijdende geschreven, en van weerskanten getekent op den huijse Meddeler den 21 julii 1755.

F.Z. van Dorth

Hendrick wanickhage

Pachtakte 1804. Bron: Rijksarchief Arnhem, Familie archief van Dorth tot Medler inv. no. 282.

Tekst:

Pachtakte 1755

Op huyden dato ondergeschreve heeft R.E. van Dorth verpaght aan de weduwe Eykelcamp voor den tijd van zes agter een volgende jaaren om met drie te konnen opzeggen, zo de opzage behoorlijker tijd en wol voor St. Jacob aan wederzijde geschiede, 't Erve Eijkelcamp onder 't Medler waar voor s'jaars zal betaal en te weeten voor huijs hof en weijtjes 't vossegat de somma van acht en dertig guldens, een paar hoenders en de 1/2 boomvrugten, van 't Bouwland te geeven de garve, zo en in dier voegen 't zelve bij pagteresses man in 't gebruijkt is geweest, blijvende d e ondwerp tot eijgenaars laste.

De pachteresse zal huijs, bergen, want, dak en glas digt houden en bij vertrek ook zoo opleeveren, en de beeken te helpen ruijmen. 't eerste jaar pagt zal verscheenen zijn op Petris 1800 en zes. In kennis der waarheijd is deesen onder verband als naar rec hten wederzijts onderteekend op den huijs Medler den 20sten julij 1804. R.E. van Dorth

Dat dit mark in onse presentie heeft getrokken onse moeder de weduwe Eijkelcamp verklaaren wij ondergeschrevene
HJ Eykelkamp Willem Eijkelkamp.



Taxatie 'Het erve Eijkelkamp' Bron: Rijksarchief Arnhem, Familie archief van Dorth tot Medler inv. no. 282.

Enkele delen uit de tekst:

Pachtakte 1755

Begin van de tekst

Het erve Eijkelkamp

Den bouwman Hendrik Eijkelkamp geeft voor Huis, Hoff en Berg, benevens de Weijdegrond aan geltpacht jaar
lijks 50-0-0
3 paar hoenderen 1-10-0

En verderop

Het hoff gelegen voor het huis, palende ten noorden aan het Hooijland het nieuwe land genaamt, west aan de Kamp onder de Plaats, ten Zuijden aan het Veldt, is ongeveer groot met de Huisplaatse 1 morgen 53 roeden.



© L.J.M. Eykelkamp